Belanda in Bandung
Op vrijdag 3 feb vertrokken we van Bogor via de Pancukpas naar Bandung. In de pas zagen we de eerste rijstterrassen (sawa's), er zouden er nog vele volgen. En de eindeloze, golvende hellingen met gladgeschoren theestruiken van de theeplantage Gunung Mas. Allen de jongste blaadjes zijn geschikt om thee van te maken, nu snap je waarom die struiken continue gekortwiekt worden.
De volgende dag waren de vulkaan Tangkuban en de heetwaterbronnen in Ciater onze reisdoelen rondom Bandoeng. De vulkaan stinkt al van verre naar rotte eieren (zwavel!), op de kraterrand zie je in de diepte wat giftige dampen opstijgen. Een bizar landschap, niet in het minst door de honderdenbrakke bouwsels die de naam kraam amper wardig zijn, maar waaar vele schamele verkopers pogen de toeristen enkele honderdduizenden roepia's te ontfutselen (rp 100.000 = EUR8,-). Gidsen en verkopers te voet moet je met een vriendelijk maar beslist 'sudah!' (=ik heb genoeg) afschudden, maar het blijft soms van een soort volhardendheid die je ook in de Marokkaanse soukhs tegenkomt. De prijzen lijken op het eerste oog nog best redelijk, althans in onze ogen. Een speeltje werd angeboden voor a very good price, only 80.000 roepia (Rp 100.000 = EUR 8,-) Maar Catharina is al bedreven in het spel, hield stug een max van 30.000 aan en kreeg m daar uiteindelijk ook voor. Uiteindelijk nog teveel , naar even later bleek, waar iemand hetzelfde voor 20.000 had gekregen. Alle prijzen komen overigens in een compleet ander perspectief, als je bedenkt dat bijvoorbeeld een taxichauffeur (in dienst van eentaxi-onderneming, beschikt zelf over een fiets, kan geen motor veroorloven) voor een hele dag rondrijden een loon van Rp. 40.000 krijgt...(!)
Ciater bleek een soort zwembad met heet mineraalwater, met een open restaurant ernaast, waar degenen die je voor waren met badende baders etend aanstaren met een blik van: dat hebben wij al gehad. Vergane glorie.
Bandoeng klinkt heel romantisch, maar is inmiddels uitgegroeid tot een drukke miljoenenstad, veel hectisch verkeer, dat gedomineerd wordt door gigantische aantallen motoren en scooters. Hier zagen we de eerste traffic-lightsmet een grote ' count-down teller' , zodat je de seconden ziet aftellen hoe lang nog rood , en groen. { En voor de verkeerspiefs: heel veel BOR, dus joekels van OBOSsen voor de stopstreep. Of een whistle-man (met fluitje) die het verkeer regelt, kan geen VRI tegenop!}. Helaas weinig gezien van de Jugendstil-huizen die hier moeten zijn, wel enorme, witte mooie overheidsgebouwen, nog stammend uit de tijd van de NL-overheersing, in een soort pre-Dudok stijl.
Vanuit Bandung door naar Tasikmalaya, waar we traditionele dorpjes bezochten , de kampung bij de Cangkuang tempel, en de dessa Naga. De bamboerieten huizen staan 50cm boven de grond (droge vloer,kippenhok eronder, of opslagplaats), In Desa Naga leven de mensen leven daar nog zo simpel, terug in de 18e eeuw: geen electra, koken op houtvuur, een zooitje potten en pannen, als in een hut in Botswana, meer heb je niet nodig. Bijzonder om te zien, en wat een vriendelijkheid en gastvrijheid. Pa, hier is nog even het Indonesie zoals jij dat ook gezien hebt! Maar onderweg vaak eindeloze rijen kraampjes langs de wegen,ieder probeert wat te verkopen. Zoals verse klappermelk die deze belanda voor het eerst mocht genieten.Heerlijk!
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}